Verdrag van Faro
Het Verdrag van Faro is een verdrag van de Raad van Europa (2005) dat het belang van cultureel erfgoed verbindt aan mensenrechten en democratische waarden. Centraal staat het idee dat iedereen het recht heeft om deel te nemen aan cultureel erfgoed – niet alleen als toeschouwer, maar ook als mede-eigenaar, verhalenverteller, beheerder of initiatiefnemer.
Het verdrag nodigt overheden, instellingen én burgers uit om erfgoed niet alleen te bewaren, maar ook actief in te zetten voor maatschappelijke opgaven zoals inclusie, sociale cohesie, leefbaarheid en educatie.
Waarom is het relevant voor de erfgoedsector?
- De erfgoedsector staat al langer voor de uitdaging om:
- meerstemmigheid te omarmen;
- diverse gemeenschappen beter te betrekken;
- en de maatschappelijke betekenis van erfgoed zichtbaar te maken.
Het Verdrag van Faro biedt hiervoor een helder, richtinggevend kader. Niet vanuit wetgeving of regels, maar als een inspirerende werkwijze. Het daagt erfgoedprofessionals uit om samen te werken met burgers en gemeenschappen, ruimte te geven aan andere perspectieven en erfgoedprojecten te verbinden aan actuele thema’s.
Enkele voorbeelden van Faro-inspiratie in de praktijk:
- Lokale bewoners brengen hun buurtgeschiedenis in kaart via een digitaal platform;
- Een erfgoedorganisatie betrekt jongeren bij het samenstellen van een tentoonstelling over identiteit;
- Een gemeente werkt samen met vrijwilligers aan het behoud van immaterieel erfgoed zoals dialect of feesten.
Nederland en het Verdrag
Nederland heeft het Verdrag van Faro in 2024 ondertekend en werkt sinds 2020 aan de implementatie via de Uitvoeringsagenda Faro. Daarbij wordt nauw samengewerkt met erfgoedgemeenschappen, instellingen, overheden en fondsen. Er zijn diverse subsidieregelingen opgezet om experimenten, samenwerking en nieuwe vormen van erfgoedpraktijk te ondersteunen.
Voor de erfgoedsector betekent dit een belangrijke stap richting een meer open, betrokken en inclusieve toekomst.